Deze website maakt gebruik van cookies en daarmee vergelijkbare technieken om een optimale gebruikerservaring te bieden. Je kunt je voorkeuren aanpassen of meer informatie bekijken.

Deze cookies zorgen ervoor dat de website naar behoren werkt. Deze cookies kunnen niet uitgezet worden.
Deze cookies zorgen ervoor dat we het gebruik van de website kunnen meten en verbeteringen door kunnen voeren.
Deze cookies kunnen geplaatst worden door derde partijen, zoals YouTube of Vimeo.
Deze cookie stellen onze advertentiepartners in staat om doelgerichter informatie te kunnen aanbieden.

Door categorieën uit te zetten, kan het voorkomen dat gerelateerde functionaliteiten binnen de website niet langer correct werken. Het is altijd mogelijk om op een later moment de voorkeuren aan te passen. Bekijk meer informatie.

‘Niemand kan geheel op eigen kracht leven. Er is een onmisbare band nodig met de grote geesten om ons heen. Om desalniettemin een eigen plaats te veroveren’. Geïnspireerd op deze uitspraak van de schilder zelf toont het Dordrechts Museum de kunst van Kees Verwey in de context van zijn inspiratiebronnen.

Kees Verwey (1900 – 1995) groeide op in een cultuur minnend gezin, met de artistieke voorhoede van begin 20ste eeuw om zich heen. Hij leerde schilderen; ging naar de academie en nam les in Haarlem, bij de schilder Henri Frédéric Boot.

Verwey werkte in een laat-impressionistische stijl, na de oorlog werd zijn kunst expressionistischer. Portretten, bloemstillevens en atelierinterieurs horen tot zijn belangrijkste onderwerpen.

Verwey liet zich bewust beïnvloeden door de kunstenaars die hij bewonderde. De weerslag die dit had op zijn werk en zijn ontwikkeling, staat in deze tentoonstelling centraal. Tijdens zijn leven, dat bijna een eeuw beslaat, maakte de kunstenaar verschillende tendensen in de schilderkunst mee. Regelmatig greep Verwey het werk van anderen aan om zijn eigen schilderijen verdieping te geven.

Al op jonge leeftijd kwam de kunstenaar in aanraking met het werk van George Breitner, Floris Verster en Willem Witsen. Vooral het werk van Verster maakte een onuitwisbare indruk. Ook het werk van Franse (post-)impressionisten zoals Pierre Bonnard en Edouard Vuillard had zijn weerslag, met name op Verwey’s aquarellen.

Vlak na de Tweede Wereldoorlog werd Verwey gegrepen door het werk van de Cobra-beweging met kunstenaars als Karel Appel en Constant. Kubisten als Pablo Picasso en George Braque inspireerden hem later in zijn carrière tot het experimenteren met abstracte schilderkunst. Het werk van deze en andere kunstenaars opende nieuwe wegen voor de schilder, zichtbaar in schilderijen in wisselende stijlen. Stemmig of juist uitbundig van kleur, in een grove, spontane kwastreek, treffende lijn of juist een minutieus gebaar. Omringd door zijn inspiratiebronnen wordt de enorme vaardigheid en veelzijdigheid van de schilder Verwey onontkoombaar duidelijk.