Op 26 november 1842 wordt de Vereniging Dordrechts Museum opgericht. Het museum krijgt enkele tentoonstellingszalen in de Boterbeurs aan de Wijnstraat. Door de snelle groei van de kunstcollectie is rond 1900 verhuizing naar een groter gebouw nodig. De gemeenteraad van Dordrecht biedt het museum een gebouw aan de Lindengracht aan. Op 6 juli 1904 is de verhuizing naar de tegenwoordige Museumstraat een feit en wordt het museum feestelijk geopend. Tegenwoordig is het museum ruim vier keer zo groot als in 1904.
Van klooster naar Zuid-Afrikaans Museum
Het gebouw waarin nu het Dordrechts Museum te vinden is, is van oorsprong het Agnietenklooster dat omstreeks 1350 is gesticht. De kloosterlingen (de witte nonnen) volgen de regel van Augustinus: armoede, kuisheid en gehoorzaamheid. Pas in 1425 start men met de bouw van het klooster dat ook een eigen kerk krijgt. Als gevolg van de overgang van de stad naar het gereformeerde geloof in 1572 verlaten de nonnen het klooster. Het wordt vervolgens in gebruik genomen als pest- en weeshuis.
In de 18de eeuw verandert het in een instelling waar mensen worden opgesloten die vanwege hun geestelijke toestand buiten de maatschappij zijn geplaatst en destijds als een gevaar worden gezien. Dat de behandeling van mensen met psychische problemen anders is dan tegenwoordig, blijkt uit de vele mensonterende verhalen. Geregeld wordt het personeel dat daar werkzaam is berispt of ontslagen wegens dronkenschap, mishandeling van verpleegden of onzedelijke handelingen. Bovendien is het geschreeuw van de verpleegden door voorbijgangers en omwonenden goed hoorbaar. Eind 1898 wordt besloten om de instelling te sluiten. Er moet een andere bestemming voor het gebouw worden gezocht.
Al op 1 juli 1902 opent in het linkerdeel van het complex het Zuid-Afrikaans Museum. De collectie is afkomstig van de Parijse wereldtentoonstelling in 1900. Na afloop van die tentoonstelling zijn de Zuid-Afrikaanse land- en volkenkundige voorwerpen niet teruggegaan naar Zuid-Afrika. Daar zijn namelijk tegen het einde van de 19de eeuw de politieke spanningen tussen de Nederlandstalige Boeren en de Britten hoog opgelopen. Kunstverzamelaar Hidde Nijland slaagt erin de Zuid-Afrikaanse collectie naar Dordrecht te halen.
Bij de opening van het Zuid-Afrikaans Museum wordt samengewerkt met de Vereniging voor Vak en Kunst. Die viert haar 15-jarig bestaan door in de tuin een zogenaamd Transvaals dorp na te bouwen. Het doel van de Zuid-Afrikaanse nederzetting is om een authentiek beeld van het dagelijkse leven in Transvaal te geven. Daarom laat men een zwart geschminkte man optreden om de bezoekers te vermaken. Dit vernederend en racistisch gegeven past in de traditie van een mensentuin ('human zoo') die de heersende koloniale verhoudingen wil benadrukken. Na bijna drie maanden, op 21 september 1902 wordt de Zuid-Afrikaanse nederzetting gesloten en afgebroken. Wie de man is en wat er met hem is gebeurd, is helaas onbekend.
Het Zuid-Afrikaans Museum zal nog jaren veel publiek trekken. Na een jarenlange juridische strijd over de teruggave van de collectie aan de Zuid-Afrikaanse regering sluit het museum in 1921 voorgoed de deuren. De collectie gaat terug naar Pretoria. Om meer te weten te komen over deze geschiedenis gaat het Dordrechts Museum verder onderzoek doen naar het Zuid-Afrikaans Museum en de nederzetting.
Dordrechts Museum
Voordat het Dordrechts Museum het andere deel van het gebouw kan betrekken, moet het verbouwd worden. Deze verbouwing staat onder leiding van de Dordtse architect Bernardus van Bilderbeek. Hij ontwerpt onder meer de ingang via de tuin. Naast tentoonstellingszalen krijgt het museum woon- en werkruimte voor de directeur en een bestuurskamer.
Een kleine 25 jaar na de verbouwing door Van Bilderbeek is de collectie al zo gegroeid dat het museum opnieuw uitbreiding nodig heeft. Toch duurt het nog tot de jaren 70 voordat die er komt. Naar een ontwerp van architect Walter Nikkels worden twee aangrenzende gebouwen bij het museum getrokken, waardoor een tentoonstellingsruimte voor moderne kunst, een depot, een filmzaal en een klein café met terras mogelijk worden. Naar het museum ga je niet meer alleen voor een tentoonstelling, maar ook voor een lezing, film of concert.
Het nieuwe Dordrechts Museum
Musea hebben zich na de jaren 70 in hoog tempo verder ontwikkeld. Het Dordrechts Museum is nu een plek waar mensen komen om te kijken, te leren, elkaar te ontmoeten en om te ontspannen. Activiteiten voor alle leeftijden, een aantrekkelijke winkel en een goed restaurant horen er als vanzelfsprekend bij. Om aan al die eisen te kunnen voldoen, is het in de jaren 2008-2010 ingrijpender dan ooit verbouwd. Architect Dirk Jan Postel maakt het ontwerp voor het nieuwe Dordrechts Museum. Er komen meer vierkante meters bij voor de kunst, zoals een vaste tentoonstellingsruimte voor de collectie en een aparte vleugel voor tijdelijke tentoonstellingen.
Sinds 2010 kom je het Dordrechts Museum weer binnen door de tuin, net als in 1904. Daarmee is de tuin met zijn eeuwenoude bomen een mooi onderdeel van het museumbezoek geworden. Een nieuwe serre en een glazen entree zijn toegevoegd, zodat de oorspronkelijke gevels zichtbaar blijven. Vanuit de serre geniet je van de tuin en van het historische gebouw. Want juist in de muur van dit deel van het museum bevindt zich het oudste nog middeleeuwse stukje metselwerk.