Rashid (Chicago, 1976), geeft een draai aan de geschiedenis van wereldveroveraars. Zijn commentaar op hun grote daden zit vol bijtende humor, poëzie en verbeeldingskracht. In zijn schilderijen slingert hij zichzelf door de tijd, als een superheld die van een verre planeet over de aarde triomfeert. Doelwit: het verleden vernieuwen.
Rashid vermengt tekst en beeld, historische verhalen met spetterende toekomstvisioenen. Als ruimtewezen kijkt hij bliksemend naar het aardse rollenspel van held en slachtoffer, zwart en wit, man en vrouw, mens en dier. Machtsverhoudingen draait hij om. Zijn verbeelding is een wapen in de vrijheidsstrijd. Voor gelijkheid. En tegen het geniepige vastpinnen op ras, klasse en geslacht.
Bij Rashid is alles mogelijk, dank zij de mengeling van feit en fictie. Zijn stijl doet denken aan volkskunst, striptekeningen en illustraties uit kinderboeken. Maar ook aan historische landkaarten, theatershows en sciencefiction. In figuratieve schilderijen vol strijdlustige taferelen herbeziet hij de 17e en 18e-eeuwse koloniale geschiedenis. Wereldveroveraars veranderen in vampiers, bloeddorstig, maar ook een prooi van hun eigen wellust.
Rashid deinst niet terug voor beelden van uitbuiting, seks en geweld. De kunst zelf is ongevaarlijk; het geweld komt uit de harde realiteit. Rashid belicht historische uitwassen in een virtuoze wraakoefening. ‘Niet dat wij nu beter zijn dan toen’, zegt hij. ‘Maar we zijn wel in staat tot het erkennen van wangedrag.’ Hij prikkelt en daagt uit; zet aan het denken zonder de les te lezen: goed en kwaad blijven om elkaar heen wentelen – zoals een slang die zichzelf in de staart bijt, maar die zichzelf ook altijd opnieuw vernieuwt, met het afleggen van zijn huid.