Op zijn vijftiende was Aert Schouman in de leer bij stadgenoot Adriaen van der Burg. In 1736 stichtte Schouman de Broederschap van Sint Lucas, een vereniging van kunstliefhebbers en amateurs. Tussen 1748 en 1753 woonde hij afwisselend in Dordrecht en Den Haag. In de jaren vijftig was hij vier jaar lang voorzitter van de Haagse schildersbroederschap Pictura. De schilder had leerlingen in Dordrecht en Den Haag, waaronder zijn neef Martinus Schouman. Schoumans oeuvre is relatief klein en bevat vooral portretten en grote behangselschilderingen. Hij was veelzijdig: aanvankelijk schilderde hij bijbelse en mythologische thema’s, later decoratieve composities met vogels.