Eugène Boudin, zoon van een zeeman, had aanvankelijk een kunsthandel en lijstenmakerij. In 1847 besloot hij zelf schilder te worden. Hij kreeg lessen van de bekende landschapschilder Eugène Isabey en bereikte in korte tijd een hoog niveau. De zee, het strand en de havens waren zijn favoriete onderwerpen. In 1862 ontmoette Boudin in Trouville de Nederlandse kunstenaar Johan Barthold Jongkind, met wie hij bevriend raakte. Jongkind zette Boudin aan tot een lossere schilderwijze en een helderder kleurgebruik. Beide kunstenaars gelden als wegbereiders van het impressionisme. Boudin was een groot promotor van het schilderen en plein-air.