Deze website maakt gebruik van cookies en daarmee vergelijkbare technieken om een optimale gebruikerservaring te bieden. Je kunt je voorkeuren aanpassen of meer informatie bekijken.

Deze cookies zorgen ervoor dat de website naar behoren werkt. Deze cookies kunnen niet uitgezet worden.
Deze cookies zorgen ervoor dat we het gebruik van de website kunnen meten en verbeteringen door kunnen voeren.
Deze cookies kunnen geplaatst worden door derde partijen, zoals YouTube of Vimeo.
Deze cookie stellen onze advertentiepartners in staat om doelgerichter informatie te kunnen aanbieden.

Door categorieën uit te zetten, kan het voorkomen dat gerelateerde functionaliteiten binnen de website niet langer correct werken. Het is altijd mogelijk om op een later moment de voorkeuren aan te passen. Bekijk meer informatie.

Watamula klinkt als een toverformule, maar bestaat echt. Het is de naam van bruisende rotsen aan de noordkust van Curaçao, ‘waar het eiland ademt’. Het zeewater kolkt door cirkelvormige meren; genoemd naar het Nederlands voor watermolen. Watamula is ook de titel van een video waarin Kevin Osepa (1994) als kunstenaar het land van zijn jeugd doorkruist. Op zijn zeventiende kwam hij naar Nederland. Als kijker reis je met hem mee terug, in een zoektocht naar vrijheid, dwars door Curaçao, cultuur en natuur, een wereld vol magie, maar niet zonder valkuilen. Of, zoals Osepa zegt: ‘Het paradijs als paradox.’

In de kunst spoelen buiten- en binnenwereld door elkaar heen. Dat is een troef van de verbeelding: een betekenisvolle combinatie van uitzicht en inzicht. De tentoonstelling WanderlustWatamula in het Dordrechts Museum presenteert die dubbele werkelijkheid, van de diepste dalen tot de hoogte top.

Het zijn twee tentoonstellingen ineen. Watamula laat actuele kunst zien die gaat over reislust en expansiedrift, ten goede en ten kwade, met een groot oog voor schoonheid, maar ook voor onze vernietigende sporen op de planeet. Wanderlust biedt in samenwerking met het Rijksmuseum een overzicht van schilderkunst uit de negentiende eeuw, waarin meesters zoals Cornelis Kruseman, Johan-Barthold Jongkind, Jacob Maris en Raden Saleh horizonnen verkennen en het temperament van de overweldigende natuur schilderen.

Anders dan wel wordt gedacht stond deze tijd niet alleen in het teken van thuisblijvers en schilders van interieurstukken. De kunstenaar Raden Saleh (1811-1880) schippert tijdens het koloniale bewind tussen zijn Javaanse en Europese identiteit. Hij presenteert zich als Javaanse prins, terwijl hij zich als leerling van Nederlandse schilders voegt naar de Europese traditie van op-en-top romantiek. In 1851 benoemt Willem III hem tot hofschilder; in het huidige Indonesië wordt hij gevierd als kunstvernieuwer; voorvechter van de eigen nationaliteit.

In 1865 verruilde Saleh zijn thuisstad Batavia voor Centraal-Java. Terwijl hij rijstvelden en tempelruïnes vastlegde, werd hij opgeschrikt door de uitbarsting van de Merapi, letterlijk: berg van vuur­. De vulkaan werd een favoriet motief. In de twee maanden durende uitbarsting schilderde hij de erupties driemaal overdag en tweemaal ’s nachts. Hij voegde ze samen, alsof ze gelijktijdig plaatsvonden, wat de intensiteit van zijn schilderijen verhoogt.

In actuele landschapschilderijen staat het smeulen en broeien van de natuur soms ook voor menselijk geweld, zoals Hans Broek (Veenendaal, 1965) zichtbaar maakt op de tentoonstelling Watamula, die hedendaagse perspectieven van zes kunstenaars combineert, in vervolg op Wanderlust.

Hans Broek - Plantage Sorghvliet - 2020

Hans Broek

Plantage Sorghvliet

Dordrechts Museum, met bijdrage van het Mondriaan Fonds

2020

Het monumentale schilderij Plantage Sorgvliet (2020) is een nieuwe versie van ‘het schuldige landschap’, zoals schrijver en kunstenaar Armando zulke plekken des onheils heeft genoemd. Nadat Broek tot de ontdekking kwam dat een van zijn voorouders bij de slavernij betrokken was, als lid van de Amsterdamse admiraliteit in de 17e eeuw, ging hij op reis naar Ghana, Senegal en Suriname. Ter plekke onderzocht hij slavenforten, slavenkerkers en plantagehuizen. Wrede architectuur, die vaak nog recht overeind staat, zoals hij demonstreert in schilderijen vol beheerste woede.

In Plantage Sorgvliet geeft Broek de Surinaamse natuur rond het plantagehuis alle ruimte. De 'schuldige architectuur' wordt overwoekerd door een landschap vol schaduwen: bloedmooi, maar ook bloedrood, met de schoonheid van het kwaad.

Wilma Sütö is conservator moderne en hedendaagse kunst in het Dordrechts Museum en curator van de tentoonstelling Watamula, met als deelnemende kunstenaars: Hans Broek, Amjad Hashem, Inge Meijer, Kevin Osepa, Charlotte Schleiffert en Jennifer Tee. De tentoonstelling Wanderlust, Nederlandse kunstenaars op reis 1800-1900 is een samenwerking met het Rijksmuseum, met als gastconservatoren Jenny Reynaerts en Maaike Rikhof. Beide tentoonstellingen zijn te zien in het Dordrechts Museum tot en met 8 januari 2023.